Vaccinaties

Over het vaccineren of inenten van huisdieren zal u ongetwijfeld veel gehoord hebben. Wanneer u zelf een gezelschapsdier heeft weet u waarschijnlijk al dat uw hond of kat een jaarlijkse vaccinatie nodig heeft. Maar waarom is deze vaccinatie eigenlijk nodig?

Inenten tegen ziekten

We vaccineren tegen een aantal ziekten die bewezen besmettelijk of dodelijk kunnen zijn voor uw hond of kat, of een gevaar vormen voor de mens. Daarnaast wordt het voorkomen van gevaarlijke ziekten door middel van vaccinatieprogramma’s teruggedrongen.

In de 40 jaar dat honden gevaccineerd moeten worden is het aantal dieren dat sterft aan de besmettelijke ziekten waartegen we inenten, spectaculair afgenomen. Op deze manier beschermt vaccineren uw dier, uzelf en de hele populatie aan honden en katten in Nederland.  

Wat is vaccineren eigenlijk?

Het lichaam kan ziekteverwekkers aanvallen met antistoffen en afweercellen. Deze zijn niet altijd al van nature in het lichaam aanwezig. Het immuunstelsel moet ‘leren’ om ziekteverwekkers te herkennen, zodat het weet wat aangevallen moet worden. Dit leren begint pas op het moment dat het immuunsysteem voor het eerst met de ziekteverwekker in aanraking komt. Bij ernstige ziekten kan het zo zijn dat de ziekteverwekker al erg veel schade in het lichaam heeft veroorzaakt, voordat het immuunsysteem deze ziekteverwekker aanvalt.

Wat we doen met vaccineren is het lichaam al eerder aanleren hoe zulke ziekteverwekkers eruit zien, zodat het meteen kan aanvallen als de ziekteverwekker het lichaam binnen komt. Hierdoor wordt de schade beperkt of wordt het dier zelfs helemaal niet ziek.  In de inentingsprik zit dan ook een ziekteverwekker. Dat klinkt gevaarlijk, maar is het niet. De ziekteverwekker is namelijk dood of eerst verzwakt, zodat deze het dier niet echt ziek kan maken. Hij ziet er echter nog wel hetzelfde uit, zodat het immuun stelsel alvast leert hoe deze eruit ziet, voor het geval de echte ziekteverwekker het lichaam binnen komt.

Waarom moet een dier regelmatig gevaccineerd worden?

Net na de vaccinatie stijgt de hoeveelheid antistoffen in het lichaam. Deze antistoffen verdwijnen echter ook weer langzaam, waardoor het dier in de loop van de tijd dus steeds minder goed beschermd is. Wanneer we het dier opnieuw inenten, stijgt de hoeveelheid antistoffen weer en is het dier dus weer goed beschermd. We noemen dit ‘boosteren’.

Hoe vaak een enting geboosterd moet worden is afhankelijk van de ziekte waartegen gevaccineerd wordt en het type vaccin:

  • Bacteriële ziekten, zoals de ziekte van Weil of Kennelhoest bij de hond - 1 jaar
  • Verzwakte virus vaccin, tegen bijv. Hondenziekte, Parvo en Besmettelijke Leverziekte - één keer in de 3 jaar 
Daarbij is het belangrijk te onthouden dat onze huisdieren onder minder hygiënische omstandigheden leven als dat wij als mens doen. Honden en katten komen soms in nauw contact met andere dieren, met ontlasting en urine van andere dieren en ook met bijvoorbeeld slootwater. Hierdoor is het risico op het oplopen van een besmettelijke ziekte veel groter bij onze huisdieren dan bij onszelf.

Hoe werkt de vaccinatie van mijn dier?

U kunt telefonisch een afspraak maken voor het vaccineren van uw dier. Hierna wordt een consult ingepland waar uw dier een algemene gezondheidscontrole krijgt. We kijken hier naar

  • het gebit
  • de ogen
  • de oren
  • de huid en vacht
  • lymfesysteem
  • hart en longen 
Als alles in orde is, kan uw dier gevaccineerd worden. Dat gaat via een onderhuidse injectie of, in sommige gevallen met een neusdruppel. Het kan gebeuren dat uw hond of kat na de vaccinatie lichte irritatie heeft op de plaats van de injectie. Heel af en toe kan het gebeuren dat een dier lichte ziekteverschijnselen krijgt na een vaccinatie.

Deze verschijnselen verdwijnen vaak snel en komen zeker niet bij elk dier voor en ook niet bij elke vaccinatie. Een jaar na de vaccinatie krijgt U van ons automatisch een oproep met de post, wanneer het weer tijd is om Uw dier te laten vaccineren.

Zijn er alternatieven voor vaccineren? 

Naast vaccineren bestaat er de mogelijkheid om bij honden door middel van een bloedtest te meten of er nog voldoende antistoffen aanwezig zijn en of het dus nodig is om Uw dier weer te vaccineren.
Dit heet titeren. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat er na drie jaar nog voldoende antistoffen aanwezig zijn en dat de driejaarlijkse boostervaccinatie nog even kan worden uitgesteld. De vaccinatie tegen de Ziekte van Weil en eventueel tegen Kennelhoest, moet wel altijd jaarlijks worden gegeven.

Voor het maken van een afspraak of aanvullende informatie neemt u hier contact met ons op.