Vaccineren

Tegenwoordig is het voldoende om uw paard 1 keer per jaar te vaccineren tegen influenza en tetanus. De registratie van het vaccin is zodanig veranderd dat de bescherming een heel jaar gegarandeerd is.

Hiernaast bestaat de mogelijkheid te vaccineren tegen rhinopneumonie (“rhino”). Hierover bestaat veel discussie, omdat het vaccin zeker niet 100% beschermend werkt tegen de “zenuwvorm” van rhino. Echter, gedeeltelijke bescherming is altijd nog beter dan geen bescherming. Uit diergeneeskundig oogpunt ondersteunen wij deze vaccinatie dus wel. Indien er een drachtige merrie aanwezig is op stal is het altijd verstandig u te laten informeren over rhinopneumonie.

Verder is het mogelijk om tegen het West-Nijl virus te enten. Dit virus veroorzaakt zenuwverschijnselen bij het paard, en is ook besmettelijk voor de mens. Het wordt overgedragen door muggen. Het West-Nijl virus is tot nu toe nog niet in Nederland gesignaleerd, maar wel in andere delen van Europa (Frankrijk, Oostenrijk, Italië). De kans is groot dat het virus hier wel een keer komt, de vraag is alleen wanneer. Zeker als u internationaal reist met uw paard, of als stalgenoten dit doen, is het raadzaam te vaccineren tegen het West-Nijl virus. Deze enting moet na 3-5 weken herhaald worden, daarna jaarlijks. Verder is bescherming tegen muggensteken aangewezen om de kans te minimaliseren dat het paard besmet raakt.